De enige vermogensbeheerder in Berlijn
met transparantiegarantie

Our Zelfbesef

Positieve prestaties, ook op de lange termijn,
dankzij hoge rendementen

Onze fondscliënten

Vertrouwen en verantwoordelijkheid als basis
voor onze samenwerking

Onze competentie

1. Gegevens conform EU openbaarmakingsverordening

(verordening EU 2010/2088 van het Europese Parlement en de Raad van 27 november 2019 omtrent de duurzaamheid specifieke verplichtingen tot openbaarmaking in de financiële dienstensector)

Op basis van wettelijke voorschriften zijn we tot de onderstaande gegevens verplicht.

Een inschatting van ecologische of sociale kenmerken in onze beleggingsstrategieën of voor andere concrete financiële instrumenten is niet beoogd.

Onze instelling inzake duurzaamheid in de vermogensbelegging

BPM wil in het kader van haar maatschappelijke verantwoording een bijdrage leveren tot duurzamere, ressource-efficiënte economieën met als doel, in het bijzonder de risico's en effecten van de klimaatverandering te verminderen. Naast het respecteren van duurzaamheidsdoelen in onze eigen ondernemingsorganisatie zien we het als onze taak om ook de klanten van BPM voor aspecten van duurzaamheid te sensibiliseren. We vragen daarom in het kader van ons vermogensbeheermandaat de voorstellingen en wensen van onze klanten met het oog op duurzaamheid en verwerkelijken deze dan.

Effecten van duurzaamheidsrisico's

Milieuvoorwaarden, sociale verwerpingen en/of een slechte ondernemingsleiding kunnen in meerdere opzichten negatieve effecten hebben op de waarde van de beleggingen en vermogenswaarden in de door BPM beheerde portfolio's. Onmiddellijke effecten van deze zogenaamde duurzaamheidsrisico's op de vermogenspositie, op de financiële en opbrengstpositie, alsook op de reputatie van afzonderlijke beleggingen zijn mogelijk. Aangezien dergelijke risico's ten slotte niet volledig kunnen worden uitgesloten, hebben we voor de door ons aangeboden financiële diensten specifieke strategieën ontwikkeld om duurzaamheidsrisico's te kunnen herkennen en te beperken.

Onze omgang met duurzaamheidsrisico's

Voor de risicobeperking proberen we beleggingen met betrekking tot bedrijven te identificeren en indien mogelijk uit te sluiten, die een verhoogd potentieel vertonen op duurzaamheidsrisico's. Met specifieke uitsluitcriteria zien we ons in staat investeringsbeslissingen af te stemmen op milieu specifieke, sociale of bedrijfsafhankelijke waarden. Hiervoor grijpen we normaliter terug op in de markt erkende beoordelingsmethoden.

De identificatie van geschikte beleggingen kan enerzijds daarin bestaan dat we in investeringsfondsen investeren, waarvan de beleggingspolitiek reeds met een erkende en geschikte duurzaamheidsfilter voor de reductie van duurzaamheidsrisico's uitgerust is. Anderzijds kunnen de identificatie van geschikte beleggingen en een beperking van duurzaamheidsrisico's ook daardoor plaatsvinden dat we voor de productkeuze in ons vermogensbeheer teruggrijpen naar de beoordeling van erkende ratingagentschappen. Concrete details daarvoor ontstaan uit de individuele overeenkomsten met onze klanten.

De strategieën van BPM voor het opnemen van duurzaamheidsrisico's stromen ook in onze bedrijfsinterne organisatierichtlijnen. Het respecteren van deze richtlijnen is bepalend voor de beoordeling van de werkprestatie van onze medewerkers en beïnvloedt zo ook bepalend hun toekomstige salaristoename. In zoverre staat onze vergoedingspolitiek in overeenstemming met onze strategieën voor het opnemen van duurzaamheidsrisico's.

Geen rekening houden met nadelige effecten op duurzaamheidsfactoren

Investeringsbeslissingen kunnen nadelige effecten hebben op het milieu (bijv. klimaat, water, soortenveelvoud), op sociale thema's en werknemersbelangen en ook op het bestrijden van corruptie en manipulatie nadelig zijn.

BPM heeft er in principe een enorm belang bij haar verantwoordelijkheid als financiële dienstverlener te vervullen en ertoe bij te dragen dergelijke effecten in het kader van de te nemen beleggingsbeslissingen in het vermogensbeheer te vermijden. Het realiseren van de hiervoor voorziene wettelijke richtlijnen is na huidige materiële stand van zaken echter op basis van de reeds bestaande en nog te verwachten bureaucratische raamvoorwaarden voor ons als privaat, middelgroot bedrijf onredelijk. Hieromtrent zijn belangrijke rechtsvragen actueel nog onduidelijk.

Om juridische nadelen te vermijden zijn we daarom op dit moment verhinderd, een openbare toelichting daaromtrent te geven dat en op welke manier we in het kader van onze investeringsbeslissingen de nadelige effecten op duurzaamheidsfactoren (milieubelangen, sociaal, enz.) in aanmerking nemen. We dienen ons daarom eraan te houden op onze website te verduidelijken dat we nadelige effecten op duurzaamheidsfactoren voorlopig en tot een verdere verduidelijking niet in aanmerking nemen.

We verduidelijken echter uitdrukkelijk dat deze hantering niets aan onze bereidheid verandert, een bijdrage tot een duurzamere, ressource-efficiënte economie te leveren, met als doel, in het bijzonder de risico's en effecten van de klimaatverandering en andere ecologische en sociale misverstanden te verminderen.

2. Participatiebeleid

Beschrijving en publicatie van het participatiebeleid van BPM – Berlin Portfolio Management GmbH gem. § 134b AktG

BPM - Berlin Portfolio Management GmbH - hierna "Instelling" genaamd - valt onder de begripsbepaling als vermogensbeheerder zoals bedoeld in § 134a, lid 1, nr. 2 AktG onder de voorschriften van §§ 134b en 134c AktG en moet daarom haar paraticipatiebeleid zoals bedoeld in § 134b, lid 1 AktG beschrijven en publiceren.

De instelling voert geen aandeelhoudersrechten van zijn klanten uit. Er worden geen algemene vergaderingen bezocht, geen stemrechten voor klanten uitgeoefend, mededelingen door naamloze vennootschappen enkel in het kader van verplichte mededelingen ter kennis genomen en noch met de vennootschap, noch met andere aandeelhouders actief gecommuniceerd.

Daarom werd het participatiebeleid als volgt bepaald:

  1. De instelling oefent geen aandeelhoudersrechten uit zoals bedoeld in § 134b, lid 1, nr. 1 AktG, die op een participatie in de vennootschap gebaseerd zijn. In het bijzonder worden geen specifieke rechten met betrekking tot de algemene vergaderingen van naamloze vennootschappen uitgeoefend. Het recht op een aandeel in de winst zoals bedoeld in §§ 60ev. AktG alsook op voorkeursrechten wordt in overleg met de klant uitgeoefend.
  2. De controle van belangrijke ontwikkelingen van de vennootschappen zoals bedoeld in § 134b, lid 1, nr. 2 AktG gebeurt door kennisname van de wettelijk vereiste verslaggevingen van de vennootschappen in financiële verslagen, alsook adhoc-mededelingen.
  3. Er vindt geen overleg plaats met organen van de vennootschap en/of belanghebbenden van de vennootschap zoals bedoeld in § 134b, lid 1, nr. 3 AktG.
  4. Er vindt geen samenwerking plaats met andere aandeelhouders zoals bedoeld in § 134b, lid 1, nr. 4 AktG.
  5. Wanneer er belangenconflicten optreden zoals bedoeld in § 134b, lid 1, nr 5 AktG worden deze aan de betrokkenen overeenkomstig de wettelijke bepalingen kenbaar gemaakt en worden zij over de verdere procedure geïnformeerd.
  6. De jaarlijkse publicatie inzake de omzetting van het participatiebeleid zoals bedoeld in § 134b, lid 2 AktG wordt uitgesteld aangezien geen overeenkomstig beheer van rechten plaatsvindt.
  7. De publicatie van het stemgedrag zoals bedoeld in § 134b, lid 3 AktG wordt uitgesteld aangezien er niet wordt deelgenomen aan stemmingen.